De onooglijke prins op het meelijwekkende witte paard


Stel, je gaat naar een psycholoog omdat je trauma hebt opgelopen in je jeugd en je loopt na een aantal sessies, waarin duidelijk is geworden dat de psycholoog eigenlijk zelf een onverwerkt trauma heeft maar er ondanks dat van overtuigd is dat hij jouw trauma wel kan behandelen, de praktijk uit met een trauma extra, dat je door deze zelfde psycholoog is aangepraat. Er zijn niet veel manieren waarop je hieruit kunt concluderen dat dit een goede psycholoog is. Weinig mensen zullen zeggen: "Bofkont! Ben jij mooi even een traumaatje rijker. Die psycholoog van jou, die kan er wat van!"

Waarom is dit nu dan juist precies wat er wel gebeurt als 'stylegoeroe' Bastiaan van Schaik, die er regelmatig zelf uitziet als het resultaat van twee carnavalsbezoekers die zich hebben voortgeplant, zijn slachtoffers nog belachelijker gekleed wegstuurt dan ze in de eerste plaats bij hem kwamen?

Deze stylist, die last heeft van een chronisch rood aangelopen hoofd, even breed als lang is en de trotse eigenaar is van vettig blond haar tot op zijn schouders, kijkt afkeurend naar een saai gekleed meisje. Ze draagt een verwassen broek, een fleecevest en comfortabele schoenen. (Ai!)
Bastiaan zelf daarentegen gaat gekleed in een wijde broek en een diep uitgesneden shirt, beiden bestaand uit een heel spectrum van ondefinieerbare kleuren, waarbij bovendien verschillende soorten ruitjes quasi-nonchalant met elkaar zijn gecombineerd. De finishing touch is een sjaaltje dat de ene keer eens om zijn nek geknoopt is, een volgende keer dient om zijn vettige haar mee bij elkaar te binden en dan weer eens losjes om zijn enkel bungelt. Ondanks dat er geen zonnestraal te bekennen is, pronkt een enorme zonnebril met spiegelglazen op zijn neus. Heb je een goed beeld van het wanstaltige ensemble dat ik net beschreven heb?
Deze zelfde man -waarvan je, als je niet beter wist en een wilde gok zou moeten wagen aan de hand van het beschreven uiterlijk, zou vermoeden dat hij werkzaam is in de wereld van het circus- zegt op een overdreven belerende toon tegen het schuchtere meisje dat voor zijn neus staat: "Meid, dat kan ECHT niet wat je aan hebt. Die schoenen gaan meteen de prullenbak in hoor. En dat VEST...daar wil mijn hond nog niet mee gezien worden." Het lijkt wel alsof hij het als beledigend ervaart dat deze grijze muis, die comfort hoog in het vaandel heeft staan, in zijn gezichtsveld durft te verschijnen. Op arrogante toon vervolgt hij dat hij het meisje wel even op het goede pad zal helpen. Hij is haar reddende engel, haar onooglijke dikke prins op een wit paard waar ik bij voorbaat al medelijden mee heb.
En in plaats van te zeggen: " JIJ wilt MIJ helpen? Heb je gezien hoe onbeschrijfelijk vervreemdend je er zelf uitziet?!" lijkt ze zowaar blij te zijn met zijn aanbod. Hij is namelijk vast niet voor niets een bekende alom aanbeden stylegoeroe. Alles wat uit zijn handen komt is een toonbeeld van pure deskundigheid op het gebied van mode en stijl. BN'ers huppelen kirrend door zijn studio als Bastiaan ze weer voorzien heeft van een of andere hoofdtooi gemaakt van eikeldopjes. (Want: back to nature is weer helemaal hot dit najaar. Zorg vooral dat je tenminste één uit boomschors vervaardigde handtas in je kast hebt hangen. En meer van dat soort waanzinnige tips vliegen je om de oren)

"Hier, probeer deze legergroene legging met turquoise strepen eens met daarop dit gele giletje en deze lakleren stiletto's" (Je kunt als topstylist niet aankomen met kledingstukken die ' gewoon' rood of blauw zijn, ze moeten altijd kleuren hebben met een dubbele naam, zoals kobaltblauw, oud roze of mint groen.)
Totaal niet op haar gemak schuifelt het uitgedoste meisje onhandig op haar torenhoge hakken naar de spiegel, waar ze zich duidelijk rot schrikt van het resultaat, maar dat weet te verbergen door snel een geforceerde glimlach tevoorschijn te toveren. "Ja...jeetje, anders he?" stamelt ze.
Bastiaan werpt haar een medelijdende blik toe als het grote enthousiasme over haar nieuwe outfit dat hij met zoveel liefde bij elkaar heeft gezocht uitblijft en hij denkt waarschijnlijk iets in de trant van "Ach, het arme kind heeft ook geen idee waar ze het over heeft. Gewoon een kwestie van wennen" Dan blaat hij: "Echt een weeeeereld van verschil dit" Onderwijl dribbelt hij op zijn korte beentjes naarstig om het meisje heen om vanalles recht of juist scheef te trekken. Nu nog een leuk asymmetrisch kapsel en een lading make-up en het meisje is klaar om de rest van haar leven als modieuze vrouw door te brengen en bewonderd te worden om haar goede smaak. Een muurbloem is verwelkt en een diva is opgestaan.

Waar Bastiaan voor het gemak even aan voorbij gaat, is dat het meisje zich nog nooit
zo ongelukkig en bewust van zichzelf heeft gevoeld als na deze metamorfose. Ze was hoogstwaarschijnlijk best tevreden met haar comfortabele kleding waarmee ze opging in de massa. Bovendien is ze duidelijk niet erg overtuigd van het geweldigheidsgehalte van haar nieuw aangemeten, bombarische look. En terecht, want ze zag er dan misschien niet flitsend uit voordat ze Bastiaan van Schaik tegen het lijf liep, maar het woord fashion victim is na deze transformatie in ieder geval helemaal op zijn plek. En dat is toch niet het resultaat dat je mag verwachten als je door een stylist onder handen bent genomen.

De moraal van dit verhaal: De psycholoog uit mijn voorbeeld zou een eigen televisieprogramma behoren te krijgen en aanbeden moeten worden door kirrende BN'ers.

Een 'animal cop' zou best een hond kunnen zijn

Nu Mark Rutte in zijn gedachte het torentje al aan het inrichten is zijn we het CDA congres bijna vergeten. Bijna, want het had genoeg spraakmakende momenten opgeleverd. Het leek op een uitzending van Koefnoen, maar de werkelijkheid blijkt absurder dan de satire. Zo’n festijn van de absurditeit heeft als nadeel dat bepaalde zaken onder de radar glippen. Na zo’n tirade als die van Camile Eurlings, vang je bepaalde subtiliteiten niet op. Wat mij aan het denken bracht was een tweet van CDA-kamerlid Henk Jan Ormel: ‘Piet Hein Donner dacht dat animal cops politiehonden zijn’. Hilariteit was het gevolg. Donner heeft vaker ongelukkige uitspraken gedaan die het dierenrijk betroffen. Zo raadde hij ooit aan in geval van nood een ons lastigvallende crimineel in verwarring te brengen door te roepen: ‘Kijk, een groene ijsbeer’.

Het is te makkelijk om Donner belachelijk te maken. Ja, natuurlijk is hij wat wereldvreemd. Het absurde is echter niet dat hij niet wist wat ‘animal cops’ waren, maar dat deze opmerking een bepaalde ontwikkeling verraadt in de manier waarop wij naar onze huisdieren kijken. De opmerking van Donner over de politiehonden past namelijk feilloos in het plaatje dat wij van onze huisdieren hebben: onze huisdieren zijn onze vrienden. Het is niet alleen de gekke kattenmevrouw in je buurt die met haar katten praat. Het is juist koddig als je in het openbaar met je hond, kat of gerbel praat. Naar gelang het niveau van schattigheid beginnen mensen op straat spontaan mee te doen. Dit wordt makkelijker gemaakt doordat onze huisdieren ‘menselijkere’ namen krijgen. Weg zijn Rocky, Bello en Pluto. Nu is het Kees, Bert en Johan die ons een kluif komen brengen. Het is algemeen geaccepteerd dat je hond of kat je maatje is, je metgezel of je vriend; sterker nog: hij of zij is je beste vriend. Uit het niets verschijnen tal van professionals die je helpen het jeugdtrauma van je kat te onderzoeken en met behulp van relatietherapie leer je open te zijn naar je hond, want vriendschap is immers een wederkerige relatie.

Maar wat zou het mij moeten uitmaken dat mensen dit doen? Als iemand tegen zijn hond wil zeggen dat hij zich onbegrepen voelt, wie ben ik dan om te zeggen: ‘Meneer u praat tegen een hond.’ Toch kunnen zich gevallen voordoen waarbij je iemand tegen zichzelf moet beschermen. Denk aan het voorval in dierentuin Blijdorp, waarbij een 200 kilo zware gorilla genaamd Bokito een vrouw uit Zoetermeer onder handen nam. Dit is dezelfde vrouw die dag in dag uit bij Bokito op bezoek ging. Ze had namelijk een connectie met hem. Wanneer zij lachte, lachte hij terug en zette zij haar hand tegen de glazen wand die hen scheidde dan werd het beantwoord met hetzelfde gebaar. Transsoortelijke romantiek vond hier vier dagen per week plaats. Alsof de vrouw en Bokito iedere dag de bekende scène uit Titanic naspeelden. Alleen was haar tegenspeler niet Leonardo di Caprio, maar een grote harige gorilla.

Het gevaar in hun ontmoeting lag in het communicatieprobleem. Terwijl zij dacht dat ze een moment deelden dat zo mooi was dat taal alleen in de weg kon zitten, was Bokito boos. Dag in dag uit kwam de vrouw langs om hem te tarten. Ze ontblootte haar gebit, staarde hem uitdagend aan en draaide zich om wanneer zij er genoeg van had. Waar zij een intense blik zag die haar diepste geheimen begreep, stond zij eigenlijk oog in oog met intense haat. Een die zo erg was, dat de gorilla de gracht die hem normaal afschrikt voor lief nam en besloot dat wezen dat hem continu uitdaagde aan te pakken.

Wat zou ze hebben gedacht toen Bokito met een intense schreeuw naar de overkant sprong? Misschien fantaseerde ze dat haar eigen King Kong haar zou meenemen naar een locatie waar ze eindelijk samen konden zijn. Maar er is niets dat zo ontnuchterend werkt als een twee meter lang beest dat je ingewanden aan stukken kauwt.

Donner en de vrouw zijn twee ongelukkige voorbeelden van de consequenties van het vermenselijken van dieren. Het is hen moeilijk kwalijk te namen, want in een land waar we dieren ‘Kees, Bert, en Johan noemen’ vervaagt de grens tussen mens en dier. De werkelijke absurditeit schuilt in de oorsprong van deze vermenselijking: het onvermogen om normaal menselijk contact te onderhouden. De afstand met andere mensen is zo groot geworden dat wij naar gezelschap zoeken in het dierenrijk. Weg zijn de ongemakkelijke momenten, het egoïsme en de vervelende small talk op saaie feestjes. In plaats daarvan hebben wij een dier dat ons begrijpt, altijd luistert en ons nooit zal verlaten.

Maar als onze hond onze beste vriend is, wat zegt dat dan over de titel ‘beste vriend’. Want vanuit dit gezichtspunt is je beste vriend iemand die niet kan praten, van jou afhankelijk is en jou niet verstaat. Iemand waarbij jij jezelf voor de gek houdt door te denken dat je op één lijn zit. Terwijl jij tegen je beste vriend uitweidt over je twijfels, denkt hij of zij aan eten. Onze beste vriend is een blank scherm waar wij onze gevoelswereld op projecteren. Menselijk onbegrip wordt ingeruild voor een dierlijk zwijgen. Er is geen stem meer die misverstanden veroorzaakt, maar wel een hart dat de aanwezigheid van een levend wezen garandeert.

Misschien had Donner onbedoeld een goed punt, want zou het niet beter zijn om in plaats van 500 politieagenten die zich gaan bezighouden met dierenleed een nieuwe hondenbrigade te introduceren. Zo heb je niet alleen 500 nieuwe agenten, maar heb je ook gelijk 500 beste vrienden. Die schijnen de laatste tijd steeds schaarser te worden.

It's Murder...

Er zijn er een heleboel van en ze zijn stuk voor stuk behoorlijk populair. En dat terwijl ze allemaal verdacht veel op elkaar lijken. Ik heb het over Engelse detectiveseries.
Het belangrijkste ingrediënt is een grijze, vermoeide detective inspector (Verder: DI), die kettingrokend door de straten van één of ander pittoresk Engels dorpje slentert, waar de ene helft van de inwoners bij bosjes wordt afgeslacht door de andere helft. (Ik zou na een aantal moorden toch eens rond gaan kijken naar een ander knus dorp, maar schijnbaar zijn de mensen die dit dorp bevolken er zo aan gehecht dat ze het risico om door de buren een kopje kleiner gemaakt te worden maar voor lief nemen.) Al steunend en mopperend reist de DI heen en weer tussen de straten, waar hij mensen ondervraagt en achtervolgingen inzet, en de pub, waar hij steevast teveel drinkt. Als hij niet aan het drinken is in de pub is de DI overigens bijna altijd etend in beeld. Traditiegetrouw wordt hij vervolgens gebeld net op het moment dat hij de tweede hap van zijn zojuist aangeschafte fish and chips wil nemen, waardoor hij gedwongen is de maaltijd bijna in zijn geheel te laten staan. (Ik vermoed dat dit met opzet zo wordt gepland, om de calorie inname van de acteurs wat te beperken, zodat zij niet tonnetje rond weer terugkeren na een seizoen van opnames) Hoe dan ook, er gaat in ieder geval behoorlijk wat goed eten verloren in het leven van de Engelse speurneus.

De DI wordt op de voet gevolgd door een ondergeschikte, die al zijn nukken over zich heen krijgt en dit alles geduldig zal moeten slikken. Sterker nog, deze ondergeschikte krijgt alle rotklusjes toegewezen: Constable, ga jij maar even een kijkje nemen in die naar urine stinkende, duistere steeg waar zich waarschijnlijk een koelbloedige moordenaar schuilhoudt. Of: Constable, als jij nou eens achterstevoren door die schoorsteen klimt en daarna kniediep door de blubber waadt om bewijs te verzamelen. Of: Ojee, nou heb ik 50.000 lucifers uit mijn handen laten vallen. Raap jij die even op, wil je? Ja, het is een waar festijn om het hulpje van de doorsnee DI te zijn.
Dit zal dan wel komen doordat de DI zijn frustraties over zijn baas moet afreageren, van wie hij steevast allergische reacties krijgt alleen al door het horen van diens naam. De desbetreffende baas is namelijk in de meeste gevallen een onredelijke man, zonder een greintje gevoel voor humor, die in zijn uitbundig gedecoreerde uniform op zijn fluwelen sofa zit en geen flauw benul heeft van hoe het er op straat aantoe gaat. Tevens is de baas het structureel oneens met de onorthodoxe werkwijze van de DI, maar omdat de DI nou eenmaal zonder uitzondering elke zaak oplost is hij onmisbaar en is ontslag geen optie, hoe onaangepast en onbeschoft hij ook is en hoeveel regels hij ook aan zijn spreekwoordelijke laars lapt.
Want regels negeren is naast pogingen doen fish and chips binnen te krijgen, het drinken van teveel pints en het rondcommanderen van ondergeschikten een ware specialiteit. Als hij het nodig acht, schroomt de DI niet om ergens in te breken, belastend bewijs te planten of illegaal een peuter aan een ondervraging te onderwerpen. En hier mag dan wel regelmatig irritatie over ontstaan, buiten wat hoofdschuddend gezucht in de ruimte van de kant van de baas, zijn er nooit daadwerkelijk consequenties aan verbonden. Het doel heiligt hier overduidelijk de middelen.

Een ander belangrijk punt is natuurlijk het gecompliceerde contact met vrouwen. De DI is niet getrouwd, omdat hij al getrouwd is met zijn werk. (En waarschijnlijk speelt ook ergens wel mee dat hij nou niet bepaald een feestneus eerste klas is) Aan vrouwelijke aandacht ontbreekt het hem echter zeker niet. Ondanks dat de DI absoluut niet bijster aantrekkelijk is, vallen vele vrouwen die zijn pad kruisen acuut in katzwijm en volgt ene romantische tête-à-tête na de andere. Helaas blijkt de nieuwe vlam negen van de tien keer uitendelijk ofwel een corrupte mede-agente, ofwel een regelrechte schurk die medeplichtig is aan de roof of moord waar de DI nou net onderzoek naar deed. Die enkele keer dat er wel een betrouwbaar sujet tussen zit laat hij haar aan de lopende band middenin een date zitten (en natuurlijk ook hier net op het moment dat een dampende maaltijd op tafel verschijnt) omdat hij wordt opgeroepen of hem iets van groot belang te binnen schiet, of nog erger; hij vergeet überhaupt dat hij een afspraak had en laat de arme ziel in de regen staan verkleumen. Dit valt vanzelfsprekend niet in goede aarde bij de dame. Zo'n misstap zal hem wellicht tot tweemaal toe vergeven worden, maar als het ritueel zich keer op keer herhaalt (en geloof me, dat is het geval) is het einde verhaal en kan de hele poppenkast weer van voor af aan beginnen.
Uiteraard doemt er tijdens het oplossen van een zaak altijd een moment op dat het onderzoek op een dood spoor lijkt te zitten, maar niet gevreesd; de DI zoekt tegen die tijd gewoon een bankje op ergens in de weilanden om daar een tijdje voor zich uit te gaan zitten staren en voor je het weet schiet hem in een helder moment iets te binnen waardoor alle puzzelstukken als een bliksemslag bij heldere hemel in elkaar vallen. Het enige wat dan nog hoeft te gebeuren is het opsporen van de schuldig bevonden vlegel, om hem in een gestreepte overall te hijsen en voor lange tijd achter de tralies te doen verdwijnen.
Niemand schijnt te struikelen over het feit dat de plotseling opgekomen ingeving totaal vergezocht is en dat geen normaal mens er ooit was opgekomen, maar we hebben hier dan ook met een heuse hoogbegaafde DI te maken.
Om je een idee te geven, de volgende situatie zou heel goed zo uit een willekeurige Engelse detective gegrepen kunnen zijn:
Stel je de moeilijk kijkende DI voor om zich heen turend op een bankje. Dan valt zijn blik op de overblijfselen van een verjaardagstaart, die toevallig naast zijn bankje liggen. Daarop volgt een plotseling gealarmeerde blik. Was mevrouw Jansen niet jarig op 26 mei? En is Pietje op 26 mei niet weggebleven van de kerk? En dat terwijl hij vorig jaar op de verjaardag van mevrouw Jansen wel in de kerk is geweest...Dat is natuurlijk verdacht. En precies op het tijdstip van de mis waar Pietje dit jaar bij uitzondering niet was, is de moord op Keesje gepleegd...
TADAAA! Weer een zaak opgelost. De DI kan zoals altijd triomfantelijk zijn tong uitsteken naar zijn onredelijke baas.

Wie zei dat moorden oplossen ingewikkeld is?


God hoort u, vloekt niet

Als je echt niet meer weet wat je met je tijd aan moet kun je -behalve deelnemen aan een cursus punniken- altijd nog een bond oprichten die zich tegen iets keert. Het maakt eigenlijk niet zo gek veel uit tegen wat, als het onderwerp van de aversie maar lekker onbeduidend is; neem nou bijvoorbeeld de Bond tegen het vloeken: Een brave borst gaat verschillende praatprogramma's af waar hij wanhopig probeert de boodschap van deze Bond uit te dragen, die kort samengevat als volgt luidt...tromgeroffel...: Vloeken is onaardig. (Je verwacht het niet)

Zonder in de gaten te hebben dat hij bij voorbaat al verloren heeft, wat duidelijk blijkt uit de minachtende blikken van het publiek, steekt de bovenste beste man van wal met zijn betoog. Als je het echt niet kunt laten er in het heetst van de strijd iets uit te gooien, dan is daar een prima oplossing voor: probeer in plaats van ziekten, geslachtsdelen en Bijbelfiguren eens meubelstukken of delen daarvan, zoals Tafelpoot, ouderwets speelgoed, zoals Badeend of Bromtol, of etenswaren, zoals Pepernoot of Pinda.
Oeps... Laat dat laatste nou net de spottende benaming zijn voor onze Aziatische medemens... Voor de brave borst het weet kan hij dezelfde programma's allemaal nog eens af om zich met het schaamrood op de kaken te verontschuldigen voor zijn blunder en mee te delen dat het woord pinda officieel is toegevoegd aan de lijst met woorden die de Bond niet goedkeurt. (Godzijdank zeg!)

Allemaal enig bedacht maar snapt deze man nou niet dat 'Badeend' gewoon de lading niet dekt?Als je kwaad bent, ergens heel erg van schrikt, of je enorm bezeert, wil je gewoon even flink van je af schelden en dan is niets zo bevrijdend als het er zo luid mogelijk uitgooien van zoveel mogelijk schuttingwoorden die je rechtstreeks uit de meest duistere hoeken van je brein vist. Iedereen die weleens een badeend of een tafelpoot van dichtbij heeft gezien zal zich met mij afvragen; hoeveel agressie of frustratie kun je daar nou helemaal in kwijt? Tenzij de leden van de Bond natuurlijk lugubere badeenden bezitten met een duivelse glimlach, of fallusvormige, vleesetende tafelpoten. Dat zou het dan weer een stuk begrijpelijker maken. Maar dan nog missen deze woorden de juiste rauwe klank. Een echt goed scheldwoord dient nou eenmaal veelvuldig de letters K, F en G te bevatten om er op een fijne manier uit gespuuwd te kunnen worden.
Ik zou er dolgraag een keer getuige van willen zijn dat één van de leden van de Bond gigantisch zijn kleine teen stoot. Je maakt mij niet wijs dat de persoon in kwestie dan beheerst 'Pepernoot!' roept en vervolgens voldaan verder gaat met waar hij mee bezig was.

Het is niet eenvoudig om de Bond tegen het vloeken te plezieren. Als je denkt dat je veilig zit met woorden als jeetje, jemig en jeetjemineetje dan heb je het bij het verkeerde eind. Deze woorden zijn namelijk afgeleid van het woord Jezus en het zal niet als een schok komen dat de Bond tegen het vloeken tevens een zeer Gristelijke bond is, die niet erg openstaat voor 'twijfelachtige' opmerkingen waar het onze lieve Heer en zijn kornuiten betreft.
Zo werd er deze week door de Bond een auteur van een kinderboek op zijn vingers getikt omdat hij een parodie op het scheppingsverhaal had geschreven. Ik hoop dat de auteur in kwestie nog kan slapen na deze berisping. Ik zou als ik hem was in ieder geval spontaan het idee voor mijn komende boek krijgen: Het Tweede Testikel of iets in die trant. (Een leuke parodie voor volwassenen dit keer, waarin God zich verveelt op zijn wolk en in een melige bui besluit Adam er nog één te geven)

De Bond tegen het vloeken is overigens niet de enige bond die de strijd aanbindt met futuliteiten. Enkele voorbeelden zijn de Bond tegen leenwoorden en de Bond tegen La. (Ja je leest het goed, La. Deze bond wil een eind maken aan het veelvuldig opvullen van liedjes met de tekst lalala.) Het is te hopen voor Gerard Joling en Frans Bauer dat er hiervoor weinig steun komt, want dan kunnen ze wel inpakken.

En nu is er dan ook nog eens de Bond tegen eierwekkers en blokfluitles die ik bij dezen opricht. Je kunt je vanaf nu opgeven en lidmaatschap is gratis. Het enige wat je hoeft te doen is af en toe lamlendig 'Weg met eierwekkers en blokfluitles' te mompelen. Alvast bedankt voor de steun.

Waarom omgekomen Nederlanders mij boeien

Op de zondagavond is So You Think You Can Dance voor mij vaste prik. Tussen alle talentenjachten die geforceerd naar kijkcijfers dingen is dit programma een verademing. Geen jury die zichzelf wekelijks probeert te overtreffen door zo bot mogelijk uit de hoek te komen of mensen die ‘het een keer proberen’. In plaats daarvan is er een jury die opbouwend ingaat op de vertoonde kunsten van een groep jongeren die dag in dag uit bezig is om beter te worden.Maar er is een onvrede ingeslopen die mijn wekelijkse pleziertje verstoort. Het is tijdens de aankondiging van één van de kandidaten – Eldrick – dat deze onvrede zich openbaart.

‘Dan is het nu de beurt aan Eldrick, die na een jaar in de gevangenis klaar is om zijn tweede kans te pakken!’
De week daarvoor: ‘Na het foute pad te hebben bewandeld loopt hij nu recht op de jury af.’

Elke mogelijkheid die de programmamakers hebben wordt gebruikt om zijn verleden als gedetineerde aan te grijpen: zijn er kleine dansruimtes, dan hebben ze het over cellen, eet men gezamenlijk, dan hebben ze het over het gevangeniseten. Om te benadrukken dat we hier te maken hebben met een emotioneel verhaal, grijpt de regie naar de pianomuziek zodra de jongeman in beeld is. Koste noch moeite worden bespaard om hem het label van ex-gedetineerde op te plakken, de vraag is dan: waarom? Is het om hem wat meer aantrekkingskracht te geven voor de naar avontuur snakkende burger? Of is het een manier om deze jongeman een gezicht te geven zodat de kijker zich met hem verbonden kan voelen?

Zou het werkelijk zo treurig zijn dat je iemand tot een karikatuur moet reduceren om een connectie te voelen? Dat zonder zijn imago als ex-crimineel die zijn leven een nieuwe wending wil geven, jij niet optimaal van zijn fenomenale danscapaciteiten kan genieten? De strategie van het uitlichten van één kenmerk ten einde een zekere band te creëren, is niet uitgevonden door de redactie van So You Think You Can Dance. Het is een standaard middel bij de berichtgeving over rampen. Is er een aardbeving of een overstroming, dan vertelt het bericht ook gelijk of en hoeveel Nederlanders er bij betrokken zijn. Tot onvrede van velen:

‘Echt belachelijk dat ze weer het aantal Nederlanders moeten noemen!’
‘Duizenden mensen zijn omgekomen tijdens de overstroming en zij hebben het weer over drie Nederlanders.’
‘Nu ze Nederlanders noemen moet ik het opeens erg gaan vinden.’

Verontwaardiging alom en een afkeurende houding naar de media die de levens van een paar ongelukkige vakantiegangers boven het leed van duizend anderen lijkt te stellen. De kritiek hierop is begrijpelijk, maar toch wordt de plank misgeslagen. Er wordt voorbijgegaan aan het belang van een verband, ook al is dat slechts een gedeeld staatsburgerschap. De hoeveelheid rampen en het aantal betrokken mensen, maken van de slachtoffers één grauwe anonieme brij. Het ligt buiten het menselijk voorstellingsvermogen om te beseffen wat 10.000 doden zijn.

Hoe zou ik de impact kunnen begrijpen van hele steden die zijn weggevaagd wanneer ik de resten paprikachips van mijn trui veeg? Er moet iets zijn dat ons verbindt; is dat er niet, dan is er de wrange constatering dat het ons niet boeit. Zie het verschil tussen de reacties op de overstromingen in Pakistan en de tsunami in Zuidoost-Azië. De link met Azië is snel gelegd: denk aan ons koloniaal verleden en Azië als een populaire vakantiebestemming. Met Pakistan is er het tegenovergestelde aan de hand: het idee dat de regio bestaat uit fundamentalistische moslims wekt geen sympathie of schuldgevoel bij ons op. Aan deze ramp gaan we voorbij, ondanks de spotjes van giro 555 met bekende Nederlanders die ons ernstig aankijken.

Logisch dat journalisten bij rampen tussen het puin op zoek zijn naar Nederlanders om een greintje interesse op te wekken. Wat ons weer bij Eldrick ‘de ex-crimineel’ brengt, want is zijn label niet hetzelfde als de Nederlander in een rampgebied? Waar de gevolgen van de ramp worden geconcretiseerd in de Nederlander, wordt de persoonlijkheid van Eldrick teruggebracht tot één zin. Deze verbanden stellen ons in staat om de immense complexiteit van een persoonlijkheid of de gevolgen van natuurgeweld te vatten. Omdat zonder een zekere connectie we de moeite niet nemen om ons in te leven. Zonder link slaan we bij het lezen van de koppen de bladzijden al om en zappen we na de eerste minuten weg.

Hoewel oppervlakkigheid vaak wordt gezien als een nadeel, is het de enige manier waarop wij kunnen omgaan met mensen en rampen. Het kost te veel tijd en moeite om je te verplaatsen in complexe zaken als de ander. Door middel van de oppervlakkigheid van één kenmerk of één slachtoffer wordt het geheel behapbaar, omdat we de veelzijdigheid van de diepte niet kunnen bevatten. Het is een ijdele hoop dat het wezenlijke kenmerk dat wij delen – onze menselijkheid – voldoende zou kunnen zijn om met anderen verbonden te kunnen voelen. Maar wie zou het eigenlijk willen? Leven in een samenleving waar je voortdurend stil staat bij zeeën van leed en waar je de persoonlijkheid van je favoriete danser niet kunt vatten, omdat de essentie daarvan meer beslaat dan een enkele zin.

Dikke mensen televisie

Het is allemaal enorm sneu en er liggen natuurlijk hele massa's aan psychologische issues aan ten grondslag, maar wat ben ik het ontzettend zat, die programma's over veel te dikke mensen op televisie. En hoewel ik normaal een groot aanhanger van het 'kijk dan niet' argument ben, is dat in dit geval een hele kluif. Geloof me, ik doe mijn uiterste best, maar je hoeft de televisie maar aan te zetten of daar sjokken ze amechtig door het beeld. Als ze nog kunnen sjokken dan tenminste, want de takelwagen moet er ook regelmatig aan te pas komen.

Bij de eerste dacht ik nog; jeetje wat vreselijk en wat betreurenswaardig allemaal en wat ontzettend fijn dat meneer en mevrouw Klont nu weer enigszins slank en happy zijn, maar na de zoveelste S.O.S. Sonja en Biggest Losers, of hoe die programma's ook mogen heten, gaat deze reactie snel over in een aanzwellend gevoel van intense tegenzin.

Je zou toch verwachten dat de zeer zwaarlijvigen die deze aartkloot bestieren deze programma's ook allemaal hebben gezien, en inmiddels zelf wel kunnen bedenken dat ze hun dieet van hamburgers en chips het beste kunnen afwisselen met een worteltje hier en daar, dat het verstandiger is door je huis te wandelen dan er in een karretje doorheen te rijden en dat het waarschijnlijk geen kwaad kan om -als het echt de spuigaten uitloopt- een therapeut te benaderen om de onderliggende problematiek aan te pakken. Maar schijnbaar hebben ze daar nog steeds massaal de hulp van televisieprogramma's bij nodig.
En op te maken uit de frequentie waarmee dit soort programma's hardnekkig uit de grond wordt gestampt zijn er ook kuddes kijkers die er geen genoeg van kunnen krijgen. Ze kijken naar zo'n programma en verkneukelen zich bij het zien van een arme stakker - laten we hem voor het gemak maar even Barrie noemen- die nat van het zweet van zoveel inspanning naar zijn speciaal aangepaste auto waggelt om vervolgens te stoppen bij de McDrive en daar tien hamburgers, acht frites en vijf McFlurry's te bestellen om die met de camera er bovenop allemaal in één keer naar binnen te proppen en vervolgens snotterend en terwijl de etensresten tegen de voorruit van de auto aanvliegen op te biechten dat hij het helemaal zat is en het zo graag anders zou zien.
Op dat punt worden de hulptroepen erbij gesleept en voor je het weet paradeert één of andere diëtiste hoofdschuddend door Barries keuken om resoluut al het 'foute eten' in de prullenbak te doen verdwijnen en hem slablaadjes en tomaten voor zijn neus te houden. De walging op Barries gezicht bij het zien van deze vijandige vetlozen die zijn leven binnendringen is niet te missen.

Ik kan maar niet begrijpen wat er leuk aan is om hiernaar te kijken, maar het zal waarschijnlijk niet veel anders zijn dan de reden dat ik er plezier aan beleef om programma's als De Gouden Kooi en Oh Oh Cherso te zien. (Waar menigeen graag een soortgelijk stuk genaamd domme mensen televisie over zou schrijven, daar ben ik me van bewust. ) De reden is waarschijnlijk dat je je even beter kunt voelen over jezelf. Je eigen leven kan dan nog zo'n mislukking zijn, maar in ieder geval hoef jij niet 's avonds in bed te worden getakeld om bezocht te worden door een verpleegkundige die vakkundig een doekje tussen al je rollen doorhaalt. En in ieder geval verpest jij de kans op een eventuele baan, of om überhaupt ooit nog serieus te worden genomen, niet door op televisie in je eigen kots te gaan liggen rollen of totaal lam in plat Haags een meisje te versieren door de magische woorden: "Je lijkt wel een paradijsvogel" in haar oor te kwelen, om vervolgens bij het ontbijt nonchalant in de groep te gooien dat je vangst van vorige avond (want ja, dit was alles wat de dame in kwestie hoefde te horen om overgehaald te worden en zich mee te laten tronen naar de luxe villa) ongesteld was en er dus weinig spannends is gebeurd.

Ineens schiet me te binnen dat deze twee groepen elkaars programma's waarschijnlijk voor hetzelfde doeleinde gebruiken als de rest van de wereld en dat is ze eigenlijk ook wel weer gegund, want ook zij moeten ergens troost uit kunnen putten.

Blijft er nog één nijpende vraag over...: Waar moet Terror Jaap naar kijken?