Virtuele Waanzin en Eierschaarste















Bijna iedereen speelt tegenwoordig videospelletjes en steeds vaker hoor je om je heen of in het nieuws dat voor mensen de grenzen tussen de virtuele en de werkelijke wereld beginnen te vervagen. Soms blijft dit, hoewel op zijn zachtst gezegd apart, vrij onschuldig; Volwassen mensen die in het weekend bijeen komen, om gehuld in maliënkolder en voorzien van noodzakelijkheden zoals buidels met gouden (chocolade)munten en rollen perkament, met elkaar te strijden om een stuk land of hun zorgen uit te spreken over de slechte betrekkingen met het volk van de Sjöllmalloten dat zich drie bomen naar rechts ophoudt en te herkennen is aan hun strijdkreet die ongeveer klinkt als: "wabbawabbawabba!" (niet erg gevaarlijk zou je zeggen, maar vergis je niet...)
Laten we eerlijk zijn; Bij deze mensen krijg je eerder zin om ze in hun wangen te knijpen en ze, voor ze 's morgens met knapzak richting het bos vertrekken, een extra grote broodtrommel mee te geven voor de lunch -bij voorkeur met vrolijke opdruk-, dan ze op te sluiten in een zwaarbewaakte inrichting.

Zorgelijker wordt het al als iemands leven zich alleen nog maar afspeelt in de virtuele wereld omdat deze persoon zich daar nou eenmaal prettiger bij voelt. Waarom zou je in het echte leven naar een concert of de kroeg gaan als je dat in Second Life ook kunt doen? Mij lijkt het dat de vraag andersom zou moeten zijn, maar zo ben ik ook de extreme mening toegedaan dat het gezonder en betekenisvoller is om in 'real life' sociale contacten te onderhouden dan overwegend of zelfs alleen maar in Second Life.

En zoals met alles zijn er ook een aantal echte randdebielen die totaal de grip op de werkelijkheid verliezen. Zij wanen zich bijvoorbeeld in GTA (Grand Theft Auto, red.) en rijden met gestolen auto willekeurig mensen aan om vervolgens triomfantelijk en met verwilderde blik '20 punten!' te roepen. Voor hen zijn hopelijk een aantal plaatsen in die zwaarbewaakte inrichting gereserveerd.

Ik stel me nu zo voor dat deze ontwikkeling zich op grote schaal voort zou zetten en mensen zich ineens zouden gaan gedragen alsof ze in andere zeer populaire spellen, zoals Super Mario, zouden moeten overleven:
Van de ene op de andere dag zou het aantal gewonde schildpadden enorm stijgen omdat mensen bij het zien van zo'n beest massaal trachten erop te springen en vervolgens het schild woest van zich aftrappen om zo af te rekenen met verdere obstakels.
Wanneer je over straat loopt zouden overal mensen met rood aangelopen hoofd ineengedoken op een container of putdeksel zitten in de hoop in een geheime gang te verdwijnen.
Norskijkende dikke mensen zouden hun leven niet meer zeker zijn en uit het niets worden aangevallen omdat ze voor een Eindbaas worden aangezien.
Eieren zouden schaars worden omdat die met grote hoeveelheden worden opgekocht door de echte doorgedraaide Super Mario fan, die ze één voor één stuk gooit in de hoop dat er een groene dino uit springt die luistert naar de naam Yoshi.
Dit mag dan allemaal wel enigszins onschadelijk voorkomen -behalve dan natuurlijk voor de ongelukkige schildpad of norse dikkerd- maar dan heb ik het nog niet over mijn grootste angst gehad; namelijk dat het straatbeeld gedomineerd zou worden door mensen in rode tuinbroek.

Hoe meer ik erover nadenk, hoe meer ik tot de conclusie kom dat we maar moeten hopen dat deze trent zich niet verder uitbreidt dan onder de doorgeslagen fan en de echte psychopaat.

Het begin van het einde



De film 2012 geregisseerd door Roland Emmerich leek een van de zoveelste rampenfilms te zijn. Een excuus om een slap verhaal te verhullen met peperdure special effects. Elke zomer verschijnt er een nieuwe en zo vreemd is dit niet, want de rampenfilm is een veilige investering voor de film bazen. Geen moeilijk verhaal dat mensen afschrikt, rampen in overvloed om uit te kiezen en je spreekt mensen aan op een algemeen angstgevoel: het einde van de wereld.
Het einde van de wereld is een thema dat net zo vaak voorkomt als dat van willen vliegen of onzichtbaar zijn. Misschien komt onze fascinatie met dit idee voort uit het gegeven dat het einde van de wereld het precieze tegenovergestelde is van de evolutie. De totale ramp zet een punt achter de survival of the fittest. Dat dit zo populair is blijkt al uit de duizenden fora op het internet. Het is niet langer de spoorloze gek die het einde der tijden op de straathoek verkondigt. Op internet duikt nu om de dag een nieuwe amateur-Nostradamus op die door middel van graancirkels, het gezicht van Jezus op zijn tosti of ingewikkelde berekeningen één ding zeker weet: deze wereld loopt ten einde.

Van dit soort voorspellingen heb ik me altijd verre gehouden. Rampenfilms konden mij niet boeien en de enkele keer dat een verdwaasde randdebiel mij op straat tegenhield om te vertellen dat het met onze samenleving was gedaan, haalde ik mijn schouders op. Totdat ik gisteren mijn stamrestaurant bezocht. Daar stonden op de tafels twee mysterieuze objecten die ik nog nooit eerder had gezien. Twee mat metalen kokers, elk zo’n dertig centimeter lang verstoorden het rustieke karakter van mijn geliefde lokaal. Gebiologeerd door deze dissonant probeerde ik de functie van deze kokers te ontrafelen. Mijn denkproces werd echter bruusk verstoord door een malend geluid en flitsende lichten. Links achter mijn tafel hield een jonge dame de vervaarlijk uitziende koker boven haar uitsmijtertje ham/kaas. Ze drukte op een knop bovenop de koker en uit het niets dwarrelde versgemalen peper op haar lunch. Dit malen ging gepaard met een fel licht dat de uitsmijter belichtte en er geen twijfel over liet bestaan waar het zout terecht zou komen.

Bij het zien van dit schouwspel schoten beelden van instortende dammen langs mijn ogen. Flatgebouwen die als kaartenhuizen omvielen, brandende steden, het hele rijtje. Het werd mij toen pas duidelijk dat de verdwaasde randdebielen gelijk hadden en dat films als 2012 en Independence Day een belangrijke ontwikkeling op het spoor waren gekomen. Want is extreme decadentie niet een van de hoofdkenmerken van samenlevingen die op het punt staan uit elkaar te vallen? Of het nou de Romeinen waren die zich verdronken in een orgie van wijn en vunzigheden of het Bijbelse Sodom en Gomorra. Het aanschaffen van deze absurde peper- en zoutmolen komt niet voort uit de overweging dat de meerderheid van de gasten in het restaurant behoort tot de Artrose Vereniging, noch is het in het restaurant zo duister dat je een zaklamp nodig hebt om je kipsaté te lokaliseren. Nee, dit is waanzin in een pure vorm.

Deze twee mat metalen kokers bleven mij bij. Ik begon de wereld anders te zien. Uit het niets zag ik moeders met kinderwagens joggen, volwassen mannen die wekelijks de middeleeuwen naspelen, en de noodzaak van iedereen om elk moment van de dag aan anderen te vertellen wat ze aan het doen zijn. Erger nog, ik deed net zo hard mee. Tijdens het avondeten staat bij mij de televisie aan, klinkt op de achtergrond een Youtube filmpje op mijn laptop en voel ik de noodzaak om de wereld via Twitter te laten weten wat ik aan het eten ben. Hier wordt door mijn omgeving niet op neergekeken, sterker nog het wordt zelfs aanbevolen. Multi-tasken is het reeds geaccepteerde woord. Meer, sneller en allemaal op hetzelfde moment. Zoals ik al zei. Het begin van het einde. Nu ik nog een greintje verstand heb probeer ik samen met een enkeling deze dagelijkse absurditeit te documenteren. Zodat de latere wezens die deze aarde zullen bevolken, nadat ze het prachtige Nederlands hebben kunnen vertalen, weten hoe de nadagen van onze samenleving eruit zagen. De resten van de aanbevolen absurditeit beginnen hier.