Welke tekenfilms keek jij vroeger?

Rond een uur of acht werd ik vanochtend wakker. Niet alleen, want ik werd vergezeld door een hevige hoofdpijn en de nasmaak van een avondje stevig drinken. Rondom het bed lagen de met moeite uitgetrokken kleren en zonder een voor mij duidelijke reden zag ik een aangebroken zak chips in de badkamer liggen. Aangezien ik met elke ademhaling het promillage van de kamer verhoogde, leek de televisie mij de beste optie om vandaag de ochtend door te komen. Al zappend kwam ik bij RTL 8 en daar bleef ik verwonderd hangen. Links bovenin het scherm zag ik een logo dat centraal heeft gestaan in mijn kindertijd. Bij het herkennen van het kenmerkende kleurige logo werd ik spontaan meegetrokken naar een andere tijd. Een tijd waarin Harry de Hengst en de Mega Blubber Power Race betekenisvolle gebeurtenissen waren. De tijd waarin ik net gel ontdekte, maar niet doorhad dat mijn haar niet beter ging zitten wanneer ik er meer gel in stopte.

Wat bleek, deze week is Telekids opnieuw gelanceerd.
Terwijl ik weggleed in het warme bad van mijn jeugdherinneringen lukte het om voor een moment mijn bonzende hoofd te vergeten. Deze hoofdpijn was afkomstig van het feest van gisteravond. Alhoewel ‘feest’ niet geheel de lading dekt. Het was een avond waarbij ik de gastheer nauwelijks kende, twijfelde of ik moest gaan en uiteindelijk spijt heb gekregen dat ik ben gegaan. Het was een feest met vragen als:

‘Wat studeer je?’
‘Waar kom je vandaan?’
‘Waar ken je hem van?’

Vragen waarvan je het antwoord eigenlijk niet hoeft te horen en die de ander ook niet hoeft te stellen. Het kon me ook niet schelen dat de jongen die ook zo van borrelnootjes hield, uit Lissebroek kwam. Of dat het meisje dat zo merkwaardig lachte, aardwetenschappen studeerde. Waar je normaal gesproken aan dit soort small talk genoeg hebt om het gesprek draaiende te houden, lukte het die avond niet. Elke vraag eindigde met een of twee woorden en langzamerhand begon ik wanhopig te worden. Ik probeerde gesprekken los te peuteren door het over het nieuwe kabinet te hebben en over Oh Oh Cherso, maar tevergeefs. Om welke reden dan ook, de klik kon ik die avond met niemand krijgen. Teleurgesteld bedacht ik me hoe ik die avond in ieder geval het record ‘hoe vaak kijk je op je BlackBerry’ kon verbeteren, maar toen schoot me een vraag binnen die me uit deze benarde positie kon redden. De vraag die misschien wel de belangrijkste vraag  is van mijn generatie: welke tekenfilms keek jij vroeger?

De jongen uit Lissebroek klaarde gelijk op: ‘Alfred Jodokus Kwak natuurlijk!’, zei hij met een zeldzame levendigheid. Bij het horen van de sleutelwoorden Alfred Jodokus Kwak begon het aardwetenschappenmeisje: ‘Keken jullie ook naar Nils Holgerson?’

Waar het vijf minuten eerder leek alsof ik door verbale klei aan het zwemmen was, gleed ik nu moeiteloos van gesprek naar gesprek. Als een virus verspreidde het gesprek zich door de kamer en al gauw stond ik met twintig man over de smurfen en Gargamel te discussiëren, gevolgd door fundamentele vragen als wat nou het geslacht was van Wiki de Viking en of de relatie tussen de hoogbejaarde Semafoor en zijn jonge buurmeisje niet op z’n minst dubieus was. Het duurde niet lang voordat iemand vroeg: ‘Hoe ging dat liedje van Dommel ook al weer?’ En voordat ik er erg in had stond ik met een groep volwassen mensen a capella de themaliederen van kinderseries uit de jaren negentig te zingen.

Het lijkt er op dat wanneer iemand het heeft over de tekenfilms van de tijd waarin we opgroeiden, we plotsklaps weer even tien jaar zijn. Weg zijn de ingewikkelde persoonlijkheden die we door de jaren heen hebben ontwikkeld, met onze voorkeur voor bepaalde soorten bier, uitgekauwde meningen over politiek en verantwoorde ideeën over obscure filmregisseurs. Het zijn deze uitgekristalliseerde persoonlijkheden die met hun stugge vorm de omgang met nieuwe mensen bemoeilijkt. Maar dit valt allemaal van je af zodra je het over tekenfilms hebt. Dan maak je opeens weer vriendjes zoals je dat deed toen je klein was, dat je door je straat liep en dacht: Hé, mijn buurjongetje heeft ook rode schoenen, en dit meer dan genoeg was om hem uit te roepen tot je beste vriend.

De vraag ‘welke tekenfilms ken jij?’ nivelleert de verschillen en plaatst iedereen weer in de zandbak. Van intellectueel zwaargewicht tot aan de man die niet begrijpt waarom hij zich Matsoe Matsoe noemt. Het is het tegenovergestelde van de vraag: wat vind je van moslims?  Een vraag die scherpe meningen tegenover elkaar zet en woede ontlokt bij voor- en tegenstanders. De reactie die de tekenfilmvraag ontlokt is misschien ook een indicatie dat mensen de polarisatie zat zijn. Dat mensen voor een moment elkaar niet willen overtuigen, maar iets willen delen.
Het is net zoals bij de generatie voor mij, die warme gevoelens krijgt bij het horen van synthesizers of de onbedwingbare neiging heeft om ABBA-cd’s op te zetten. Maar bij Telekidsgeneratie is de tekenfilm het begeerde object. Hoewel nostalgie kan worden omschreven als het najagen van iets wat er niet meer is en waarvan men weet dat het niet meer is terug te krijgen, hadden we gisteravond het voor een moment terug. Net zoals ik dat had vanochtend, liggend op de bank met een zak taaie chips, kijkend naar Telekids. Het was alsof ik weer samen met mijn zusje voor de tv zat op een zaterdagochtend, met tussen ons in een pak hagelslag waar we stiekem van snoepte terwijl onze ouders nog boven lagen. Kijkend naar onze favoriete serie zonder dat het ons ook maar een moment stoorde dat Semafoor zo’n zestig jaar ouder was dan het meisje dat hij wekelijks probeerde te versieren.

1 opmerking:

  1. Same story, maar dan met een pak rijstwafels die mijn broer en ik wél mochten eten op zaterdagochtend als mijn ouders nog boven lagen!

    BeantwoordenVerwijderen